Turfkaai 29 | 4331 JV Middelburg | 0118 - 642 546 | info@stichtingpetra.nl |
![]() Psychologisch onderzoek en behandelingHoogbegaafdheidsonderzoek en diagnostiek bij kinderen en jongeren Behandeling en begeleiding vanuit een christelijke visie op hulp Hoofdbehandelaar: drs. Marrie van der Feen, ontwikkelingspsycholoog. Activiteiten:
• Intelligentie/hoogbegaafdheidsonderzoek bij kinderen/jongeren met WISC V Nieuwe publicatie bij Stichting Petra: “Spreken is zilver, zwijgen is fout” Seksueel misbruik, gevolgen en behandeling, door drs. Marrie van der Feen, psycholoog. ISBN: 9789074214155 Waarom zwijgen slachtoffers van seksueel misbruik en is zwijgen fout? Wat zijn de gevolgen van seksueel misbruik en wat is een goede behandeling? Marrie van der Feen beantwoordt deze vragen e.a. door het analyseren van 500 geanonimiseerde dossiers van clienten, die ze gedurende de afgelopen 25 jaar behandeld heeft. Het onderzoek laat zien, dat slachtoffers van seksueel geweld gemiddeld 37 jaar zijn als ze psychologische hulp zoeken bij stichting Petra, terwijl het merendeel van de slachtoffers kind was toen de seksuele misdrijven plaats vonden. Deze misdrijven vonden binnen en/of buiten het gezin plaats als ultiem kwaad, waarover Jezus Zijn veroordeling uitsprak en zei: “Het is beter om een molensteen om je nek te hangen en te verdrinken, dan een kind tot zonde te verleiden.” Daarmee is niet gezegd, dat het kind zondigt, hoewel het vaak schuld op zich neemt: “Ik nam toch geld van hem aan”of de schuld krijgt: “Je vond het toch lekker.”Dan begint de verwarring bij het slachtoffer en als het seksuele misbruik voortduurt, kan hij of zij ernstige klachten of zelfs een persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen met schadelijke ideeën over zichzelf, de ander en de wereld. Voor elk slachtoffer is hulp belangrijk, maar voor een deel van de slachtoffers kan jarenlange therapie nodig zijn. De weg van herstel begint met disclosure van het geheim, praten over het seksuele misbruik. Lamers-Winkelman zegt: “Hoe vroeger een seksueel misbruikt kind gehoord, geloofd en geholpen wordt, hoe groter de kans op herstel”. Christelijke slachtoffers van seksueel misbruik kiezen vaak voor christelijke hulpverlening. Tussen 78 en 88% van de clienten, die seksueel misbruikt zijn, zegt in ons onderzoek christen te zijn. Deze clienten hebben gemiddeld 21 klachten (psychische, psychosomatische e.a.). De behandeling ervan is zowel gericht op verleden, als op heden en toekomst, gebeurt in fasen, die zich herhalen (stabilisatie, symptoomreductie, traumaverwerking, integratie en rehabilitatie). Daarbij worden verschillende therapieën op maat en eclectisch ingezet, want elk individu verwerkt geheel op eigen wijze de gebeurtenissen, al bepalen leeftijd waarop het misbruik plaats vindt, afhankelijkheid van de dader en tal van andere factoren de ernst van het misbruik. Behandeling begint met praten over wat er is gebeurd! Dat voorkomt, dat vrouwen jaren later opbiechten, dat ze geen seks willen met hun man door wat ze hebben meegemaakt of dat ze in het bejaardenhuis nog last hebben van woede om wat hen vroeger is aangedaan. ››› Naar Stichting Petra Beste lezer
Hartelijk welkom op de website van stichting Petra. In 1973 werd stichting Petra opgericht om zingevings vragen en problemen van mensen te helpen oplossen en om professionele hulp te bieden aan mensen met psychische, psychosociale, psychosomatische en soms ook psychiatrische problemen. Een breed palet van hulpverlening, gericht op heel de mens, binnen de beperkingen van ons vakgebied, kennis en vaardigheden, in samenwerking met deskundigen (artsen, psychiaters, fysiotherapeuten, social workers e.a.). In de loop der jaren konden we levens- en zingevingsvragen beantwoorden en hebben we clienten behandeld met een diversiteit van problemen (arbeids gerelateerde, opvoedings/relatie/seksuele/studie problemen, angst, depressie, trauma, eet-, slaap-, concentratiestoornissen, dissociatie, levensloop etc.).
Neem gerust contact op voor meer informatie met info@stichtingpetra.nl. Publicaties, stichting Petra, Middelburg
››› Naar Stichting Petra |
![]() Diagnostiek, behandeling, begeleiding, advies Onderzoek van het cognitieve en intellectuele vermogen van kinderen (6-17 jaar) met de WISC V.
Elk kind is anders. Genetische variatie wordt al gecreëerd voor de geboorte, maar ook gedurende het leven van mensen ontstaan er verschillen. De een leert makkelijker dan de ander en omdat elk kind uniek is en andere onderwijsbehoeften heeft, moet begeleiding worden afgestemd op het individuele kind. Om goed aan te kunnen sluiten bij de individuele onderwijsbehoeften van een kind, is het van belang een duidelijk beeld te hebben van het kind en diens intellectuele capaciteiten. Voor het onderzoek van intellectuele en cognitieve capaciteiten gebruiken we de WISC V en eventueel verslagen van voorafgaand onderzoek en schoolresultaten.
Persoonlijkheidsonderzoek Wat is er toch aan de hand met dat leuke sociale creatieve meisje, dat nog steeds problemen heeft met rekenen en ook met lezen? Om op deze vraag antwoord te krijgen kan er een uitgebreid persoonlijkheids- en gedragsonderzoek worden gedaan met vragenlijsten, interviews en het reeds beschikbare onderzoeksmateriaal. Systeemonderzoek Vader, moeder, verzorgers van het kind worden vragen gesteld over geboorte, vroegontwikkeling en alle relevante gebeurtenissen in het leven van het kind (eventueel het gezin/gezinshuis e.a.). Er worden vragen gesteld over opvoeding en gezinsomstandigheden. Zo nodig en zo mogelijk wordt er thuis geobserveerd hoe men met elkaar en met het kind omgaat. Behandeling Het diagnostisch onderzoek werpt licht op aanleg, oorzaak, gevolg en context. Afhankelijk van de aard van de klachten en de wens van de client of ouders/verantwoordelijken kan een psychologische behandeling worden ingezet. Deze is altijd 'op maat' omdat elk mens een unieke persoonlijkheid is binnen een unieke context. Zo nodig wordt de client doorverwezen. Begeleiding Een onderzoek met de WISC V kan aan het licht brengen, dat het kind een zwak auditief werkgeheugen heeft, waardoor het in de klas informatie mist en slecht presteert. Het blijkt soms, dat het kind beter leert bij visuele instructies, waarbij het zichzelf verbaal kan ondersteunen. Sommige kinderen hebben concentratieproblemen en moeten intensief bij de les gehouden worden (of om andere redenen), wat nogal eens niet lukt in grote klassen. Ze glippen als het ware tussen de vingers van de juffen en meesters door tot ze door de mand vallen met hun slechte cijfers. Er zijn kinderen, die een fobie ontwikkeld hebben voor cijfers en/of letters. Een gekwalificeerde begeleider kan dan b.v. met creatieve pedagogische middelen het kind helpen diens fobie te overwinnen. Door de aandacht van het kind te richten op wat het wel kan en wat het graag doet, wordt het kind gemotiveerd om ook te gaan werken aan wat niet goed gaat en toch moet om de basisvaardigheden onder de knie te krijgen en te voorkomen, dat het kind later nog problemen heeft met lezen en/of rekenen. Advies Elk diagnostisch onderzoek leidt tot een uitgebreid verslag van de testresultaten met een samenvatting en een advies, dat besproken wordt met de psycholoog om tot een plan te komen. Is mijn kind hoogbegaafd? Als een kind goed kan leren en nooit problemen heeft met rekenen, taal of andere vakken op school, dan heeft hij waarschijnlijk een hogere intelligentie dan gemiddeld. Maar een intelligent kind is niet per se hoogbegaafd. Wanneer is een kind hoogbegaafd? En hoe herken je hoogbegaafdheid? Sommige mensen denken dat een intelligent kind hoogbegaafd is. Dat is niet zo; hoogbegaafdheid is meer dan alleen een hoge score op een IQ-test. Er wordt pas van hoogbegaafdheid gesproken als:
1. Intelligentie Met een intelligentietest kun je vaststellen hoe intelligent je kind is. Bij een IQ-score van 130 of hoger wordt er gesproken van een hoge intelligentie, of ook wel een 'score op zeer begaafd niveau'. Dat wil niet direct zeggen dat je kind hoogbegaafd is; hoogbegaafdheid is niet uit te drukken in alleen een IQ-score. De score geeft een goed beeld, maar als je wilt weten of jouw kind hoogbegaafd is, zijn er andere aspecten waar je op moet letten. En als je kind een lage IQ-score heeft, sluit dat niet uit dat hij misschien toch hoogbegaafd kan zijn. Een IQ-test is minder betrouwbaar bij peuters en kleuters, omdat hun ontwikkeling nog grillig verloopt. Op deze leeftijd kunnen kinderen erg verschillen in hun ontwikkelingsniveau. 2. Creativiteit Met creativiteit wordt o.a. bedoeld hoe je kind omgaat met het oplossen van vraagstukken of problemen. Hoogbegaafde kinderen zijn erg creatief in het bedenken van oplossingen. Creativiteit is vergeleken met intelligentie lastiger te meten bij een kind. Het heeft te maken met of je kind goed 'out of the box' kan denken. Is hij of zij in staat om buiten de gebaande paden te gaan en te komen tot andere invalshoeken, originele ideeën en oplossingen? Ook stellen hoogbegaafde kinderen vaak kritische vragen en stellen ze eindeloos de vraag 'waarom'? 3. Motivatie Motivatie, dus hoe gedreven hij is, heeft een kind nodig om door te zetten als iets lastig wordt. Juist daar leert hij/zij van en zo komt hij/zij verder. Maar de motivatie van een kind is lastig te meten. Veel kinderen die heel gemotiveerd zijn, zijn niet per se hoogbegaafd. Bovendien is een hoogbegaafd kind dikwijls alleen gemotiveerd als hij ook wordt uitgedaagd. Als je kind de vakken op school te makkelijk vindt, zal hij/zij niet snel gemotiveerd gedrag vertonen. Als jouw kind wel voldoende uitdaging krijgt, zul je zien dat hij/zij ook veel gemotiveerder is om alles goed en op tijd af te krijgen. Hoe vaak komt hoogbegaafdheid voor? Er wordt vanuit gegaan dat ongeveer 2,5 procent van alle mensen hoogbegaafd is. Een kleine rekensom: in een klas van 30 leerlingen zitten gemiddeld 1 tot 2 (hoog)begaafde leerlingen. Het komt dus vaker voor dan je denkt, maar een deel hiervan wordt niet herkend als hoogbegaafd. Op school wordt toch vaak gekeken naar de schoolprestaties, maar het draait bij hoogbegaafdheid dus niet alleen om goede prestaties. Vaak kan juist een afwijkende situatie ervoor zorgen dat hoogbegaafdheid wordt herkend, bijvoorbeeld als iemand plotseling enorm uitblinkt tijdens een projectweek of helemaal opbloeit tijdens een bijzondere excursie of voorstelling. Hoogbegaafdheid bij een kind herkennen Hoe weet je of jouw kind hoogbegaafd is? Daar is geen eenduidig antwoord op te geven. Dat een kind hoogbegaafd is, wordt ook niet altijd snel ontdekt. Een hoogbegaafd kind heeft de potentie om heel goed te presteren op meerdere gebieden, maar dat komt lang niet altijd tot uiting. Hoogbegaafdheid kan zich op allerlei verschillende manieren uiten. Elk kind is immers anders, heeft z'n eigen karakter en reageert op zijn eigen manier op bepaalde situaties. Zo gaat ook elk hoogbegaafd kind op z'n eigen manier met die hoogbegaafdheid om. Het ene hoogbegaafde kind blinkt uit op school, terwijl een ander hoogbegaafd kind juist buiten school zijn uitdaging zoekt. Weer een ander kind ontkent zijn hoogbegaafdheid, terwijl een ander kind heel competitief wordt. Sommige hoogbegaafde kinderen gaan zelfs onderpresteren. Als een hoogbegaafd kind op school niet op het juiste niveau wordt uitgedaagd of er doemt een niet herkend leerprobleem op, dan kan het kind de motivatie kwijtraken. Het gevolg kan zijn dat de schoolprestaties van je kind achteruit gaan, of heel wisselend zijn. Er kunnen ook gedragsproblemen ontstaan. Heb je het idee dat je kind zich verveelt en alles op school te makkelijk vindt, gaat klieren omdat hij geen uitdaging heeft of ander afwijkend gedrag gaat vertonen (dromen, spelletjes doen, niet opletten)? Vraag dan een gesprek met de juf of meester aan. Kenmerken van hoogbegaafdheid Hoewel elk kind dus anders kan reageren op hoogbegaafdheid, zijn er wel verschillende kenmerken die erop kunnen wijzen dat een kind hoogbegaafd is. Een kind hoeft niet aan alle kenmerken te voldoen, dit kan per persoon verschillen. Je hebt rationele, filosofische en creatieve kernmerken. Rationele kenmerken Hoogbegaafde kinderen kunnen snel verbanden leggen en denken al een stap verder. Niet alleen op school, maar ook in andere situaties. Ze hebben vaak aan een woord genoeg en leren snel. Meestal heeft een hoogbegaafd kind ook een heel goed geheugen. Filosofische kenmerken Hoogbegaafde kinderen stellen veel (kritische) vragen. Denk bijvoorbeeld aan: 'Waarom moet dit zo?' of 'Waarom doen we dit?' Verder hebben ze vaak veel interesses, zijn ze betrokken en kunnen ze zich goed in anderen inleven. Creatieve kenmerken Een hoogbegaafd kind zal niet meteen om hulp vragen, maar eerst zelf willen proberen om iets op te lossen. Ze zijn ondernemend en door te proberen, leren ze. Signalen die op hoogbegaafdheid kunnen wijzen Nogmaals, elk hoogbegaafd kind is anders, maar er zijn wel allerlei signalen die kunnen wijzen op hoogbegaafdheid. Hieronder volgt een lijst met mogelijke signalen. Let op: een hoogbegaafd kind heeft lang niet al deze eigenschappen. Het ene hoogbegaafde kind kan sociaal erg sterk zijn, terwijl een ander hoogbegaafd kind juist bepaalde sociale vaardigheden mist.
Hoogbegaafdheid bij baby, peuter of kleuter Bij een baby, peuter of kleuter kun je in principe nog niet van hoogbegaafdheid spreken. Je kind kan in zijn ontwikkeling best voorlopen op leeftijdsgenoten, of extreem leergierig, slim of welbespraakt zijn, maar dat betekent niet direct dat hij hoogbegaafd is. Het kunnen wellicht signalen zijn van hoogbegaafdheid, maar aan de andere kant kan er ook sprake zijn van hoogbegaafdheid zonder dit soort signalen. Belangrijk is dat je inspeelt op wat je kind aangeeft dat hij nodig heeft, zodat hij zich op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo verder kan ontwikkelen. Ontwikkelingsvoorsprong
Bij heel jonge kinderen kun je beter spreken over een ontwikkelingsvoorsprong dan van hoogbegaafdheid. Je spreekt van een ontwikkelingsvoorsprong als je kind duidelijk voorloopt op ëën of meerdere ontwikkelingsgebieden ten opzichte van zijn leeftijdsgenoten. Een kind dat bijvoorbeeld sneller leert en verbanden ziet, bouwt een ontwikkelingsvoorsprong op.
Een ontwikkelingsvoorsprong is zonder test eenvoudig vast te stellen. Het is wel zo dat hoe groter de voorsprong is, des te groter de kans dat een kind later inderdaad hoogbegaafd blijkt te zijn. Een kind kan een voorsprong hebben op verschillende terreinen:
Mijn kind is hoogbegaafd, wat nu? Als je vermoedt dat je kind hoogbegaafd is, bespreek dit dan op school, op het consultatiebureau of met je huisarts. Vervolgens is het belangrijk om te laten testen of je kind hoogbegaafd is, en om te onderzoeken wat de behoeften van jouw kind zijn, zowel cognitief als op sociaal-emotioneel vlak. Die behoeften verschillen per kind. Zo'n onderzoek kun je laten afnemen bij een (ontwikkelings) psycholoog die gespecialiseerd is in hoogbegaafdheid, of bij het Centrum voor hoogbegaafdheidsonderzoek. Uit zo'n onderzoek komt een persoonlijk advies naar voren, over hoe de talenten van je kind verder tot ontwikkeling kunnen komen. Zo'n advies gaat niet alleen over onderwijs, maar ook over hoe jullie vanuit het gezin zijn ontwikkeling kunnen stimuleren. Wat een hoogbegaafd kind op school nodig heeft, verschilt ook weer per hoogbegaafd kind. Je kind kan extra stof aangeboden krijgen, of extra les krijgen in een plusklasje of talentenklas. Het versnellen van onderwijs, door een klas over te slaan, kan ook een mogelijkheid zijn, zeker als je kind zich prettiger voelt bij oudere leerlingen dan bij leeftijdsgenootjes. In principe kunnen alle basisscholen extra begeleiding bieden aan leerlingen die hoogbegaafd zijn. Op welke manier dat gebeurt, verschilt per school. Er zijn ook scholen die zijn aangesloten bij een landelijk netwerk van begaafdheidsprofielscholen; dat is een vereniging voor scholen in het primair en voortgezet onderwijs die zich inzetten voor op hoogbegaafden toegesneden onderwijsprogramma's. Onderpresteren bij hoogbegaafdheid Hoogbegaafde kinderen kunnen tegen problemen aanlopen op school, als ze daar niet voldoende uitgedaagd worden of als de hoogbegaafdheid niet herkend wordt of als er zich speciale problemen voordoen als dyslexie, fixatie disparatie, dissociatie. De kans bestaat dat een kind gaat onderpresteren; dat houdt in dat hij/zij gaat presteren onder het niveau waarop hij/zij zou kunnen presteren (of soms zelfs onder het niveau van de klas). Soms krijgen deze leerlingen ook gedragsproblemen. Hoogbegaafde leerlingen hebben dikwijls een grote algemene ontwikkeling en een brede belangstelling voor allerlei (ingewikkelde) onderwerpen. Daardoor hebben ze vaak al kennis over onderwerpen die nog niet in hun klas zijn behandeld. Het kan zijn dat onderpresterende kinderen thuis in hun vrije tijd veel gaan lezen of informatie verzamelen, maar op school laten ze wisselende prestaties zien. De schoolprestaties kunnen opeens flink afnemen. Onderpresteerders schrijven soms ook slordig en zijn niet erg enthousiast over de lessen. Hoewel de schoolprestaties afnemen, weet een onderpresteerder vaak op ingewikkelde vragen juist wel het goede antwoord. Soms presteert zo'n leerling mondeling beter dan schriftelijk. Of ze presteren heel goed bij individueel onderwijs op maat, maar niet in het reguliere groepsonderwijs. Onderpresterende hoogbegaafde leerlingen zijn vaak ontevreden over zichzelf en hun schoolwerk. Soms vermijden ze nieuwe activiteiten uit faalangst of hebben een speciale fobie ontwikkeld. Dit zal door een psycholoog moeten worden uitgezocht en behandeld. Onderpresteerders kunnen negatief gedrag gaan vertonen in de klas. Ze kunnen lastig zijn, of verzetten zich tegen de leerkracht, vervelen zich, maken hun huiswerk niet, vragen om aandacht, of dromen steeds weg. Ook kan het zijn dat het kind liever niet meedoet aan groepsactiviteiten en niet zo populair is bij leeftijdsgenootjes. Mogelijke problemen bij hoogbegaafdheid Hoogbegaafdheid kan dus soms problemen opleveren, vooral als het niet herkend of gestimuleerd wordt. Niet alleen op school, maar ook op sociaal-emotionele vlakken of problemen thuis, in de opvoeding. Als je kind zich niet begrepen voelt, kan het zich eenzaam en neerslachtig gaan voelen. Er kunnen problemen ontstaan met sociale vaardigheden, in de communicatie of in zijn/haar aanpassingsvermogen. Sommige hoogbegaafde kinderen maken moeilijk vriendjes, doordat ze geen of weinig aansluiting hebben met hun leeftijdsgenootjes. Soms worden ze gepest of genegeerd door hun klasgenootjes. Daardoor hebben hoogbegaafde kinderen vaak oudere vrienden. Ook thuis kunnen problemen ontstaan, zoals ruzies of opvoedproblemen. De standaardadviezen die je in boeken over opvoeden leest, gaan niet altijd op voor hoogbegaafde kinderen. Hoogbegaafde kinderen komen bijvoorbeeld snel in opstand tegen onrechtvaardig gebruik van gezag door de ouders. Daardoor levert een autoritaire opvoedingsstijl vaak veel frustratie en woede op, en levert het weinig resultaat op. Soms kan dit leiden tot aanpassingsproblemen, depressiviteit, gedragsproblemen of agressiviteit. Ook kunnen er psychosomatische klachten ontstaan, dat zijn lichamelijke klachten waar geen medische oorzaak voor wordt gevonden (SOLK), zoals chronische buikpijn of hoofdpijn. Wat te doen bij problemen? Ieder kind heeft het nodig om zich geaccepteerd en gewaardeerd te voelen. Denk niet dat je hoogbegaafde kind geen aanmoediging nodig heeft. Ook hij of zij heeft behoefte aan complimenten. Leg de lat niet te hoog, maar zeker ook niet te laag. Help je kind zijn evenwicht te vinden en zijn eigenwaarde te versterken. Leer je kind dat het heel normaal is dat er verschillen zijn. Niet alleen lichamelijk of qua uiterlijk, maar ook op het gebied van intelligentie. Het gaat niet om beter of minder, het gaat om anders en daar is niets mis mee. Mochten er problemen ontstaan, vraag dan om advies van school of neem contact op met het Centrum voor Jeugd en Gezin (cjg.nl). Schroom ook niet om hulp te vragen bij een specialist op het gebied van hoogbegaafdheid. Het is heel normaal dat je als ouder niet weet hoe je sommige situaties moet aanpakken bij een hoogbegaafd kind; daar kun je best wat hulp en adviezen bij gebruiken. Weg met het label 'hoogbegaafdheid'? Er gaan tegenwoordig steeds meer stemmen op om het label 'hoogbegaafd' te schrappen. Specialisten willen dat er alleen gekeken wordt naar de behoeften van leerlingen op school, of die leerling nou 'hoogbegaafd' is of niet. Een voorbeeld: sommige scholen bieden talentklassen aan voor kinderen met een IQ boven de 130. Een enorm gemotiveerd kind met een IQ van 120 zou daar niet in terecht komen, terwijl die leerling er misschien wel meer baat bij heeft, omdat hij door de extra uitdaging enorm gestimuleerd kan worden. Dit artikel is tot stand gekomen en goedgekeurd door artsen en andere (medische) deskundigen van het Ouders van Nu expertteam. ››› Naar Stichting Petra |