Psychologische hulpverlening Advies en ondersteuning

NIEUW:

Cursus Beter omgaan met traumasporen

NIEUW:

Nieuw boek, "Spreken is zilver, zwijgen is fout"

Drs. M.A. van der Feen



Activiteiten:


•   Cursus "Beter omgaan met traumasporen", SKJ geaccrediteerd met 93 punten, voor gezinshuis/pleegouders, social workers, JGZ professionals e.a.

•   Psychologische hulpverlening aan mensen, die lijden aan traumasporen
•   Publicatie van boeken/artikelen over zingeving, seksueel misbruik en traumaverwerking
•   Activiteiten ten behoeve van terugdringen van (seksuele) kindermishandeling
•   Ondersteunen van projecten ten behoeve van achterstands/zwerfjongeren


NIEUW

CURSUS ‘BETER OMGAAN MET TRAUMASPOREN’. Module 1.
Cursus SKJ216611
Start in 2025

Deze SKJ geaccrediteerde cursus is onder andere voor minimaal hbo-geschoolde JGZ-professionals, die werken met kinderen en gezinnen in problemen, waarbij samenwerking met andere JGZ professionals, jeugdbeschermers, specialisten, rechters, justitie e.a. belangrijk is. Er kan sprake zijn van ernstige problemen, ziekte, ruzies, ondervoeding, o.t.s. en/of uithuisplaatsing in een gezinshuis, pleeggezin, residentiele instelling of zelfs een penitentiaire inrichting. Dikwijls is er bij deze doelgroep sprake van belastende omstandigheden en traumasporen. Het (her)kennen en er mee leren omgaan is noodzakelijk voor goede hulp.

De cursus is ook voor clientondersteuners en anderen, die in hun leven en/of werk te maken hebben met mensen met GGZ problemen en zich willen bekwamen in het beter omgaan met “traumasporen” in het algemeen en die van seksueel misbruik in het bijzonder. De gevolgen van VKT (vroegkinderlijke traumatisering) kunnen divers zijn, zoals angsten, stemmingsstoornissen, leer-, slaap, eet-, seksuele-, concentratieproblemen, depressie, drugsgebruik en andere verslavingen. De cursist verdiept zich in het signaleren en doorgronden van deze symptomen/sporen en ontwikkelt of versterkt vaardigheden om ermee om te gaan en de client (en diens omgeving) te ondersteunen tot haalbare doelen.

Opleidingsinstituut

Stichting Petra, Turfkaai 29, 4331JV Middelburg. De cursus wordt in groepen van ongeveer 10 personen op locatie gegeven in delen van 3 uur (formeel leren en intervisie). In overleg kan de cursus in aangepaste vorm incompany worden gegeven. Voor meer informatie: info@stichtingpetra.nl. Er zijn 20 cursusbijeenkomsten (overdag of ’s avonds), verdeeld over 1 of 2 jaar, 10 maanden per jaar, respectievelijk 2 of 1 les per maand (dag of avond). In juli/augustus is er een zomerstop. Cursisten die registerpunten willen behalen, maken verslagen ter beoordeling en doen aan het einde van het tweede jaar een eindtoets (3 uur). De cursus kost 50 euro per cursusdeel. Alle cursisten ontvangen een ondertekend certificaat bij voldoende resultaat.

Aanmelden: info@stichtingpetra.nl

Registerpunten

Aan de cursist worden 93 registerpunten (Stichting kwaliteitsregister Jeugd) toegekend (oa. voor SKJ herregistratie), mits alle 20 cursusbijeenkomsten van module 1 worden bijgewoond en het gemiddelde eindcijfer 6 of hoger is (max. 10). Er is een eindtoets en 2 verplichte praktijk/thuiswerk-verslagen op basis van eigen casuïstiek, die beoordeeld worden met een cijfer, dat 6 of hoger moet zijn als eindresultaat. Als herkansing kan de cursist een nieuwe opdracht krijgen.

Traumasporen.

De oorzaken van VKT kunnen legio zijn. Denk aan natuurrampen, oorlogen, ziekten, scheiding, gewelddadigheden, seksueel misbruik etc. Ook al zie je de gevolgen niet meteen, ze zijn er. In de loop van het leven van slachtoffers van VKT zullen ze zich manifesteren en zijn dikwijls moeilijk te herkennen. Dan is het belangrijk om er zicht op te hebben. Niet altijd is er in de werksituatie goede diagnostiek aanwezig voor tips en tools. Daarom wordt er in deze cursus aandacht besteed aan het signaleren van traumasporen, context, aanpak, vermindering en preventie van “traumasporen”, vooral van sporen, die het gevolg zijn van seksueel misbruik.

Werkdoelen

JGZ-professionals (hbo) zijn opgeleid om complexe problemen aan te pakken, te signaleren, te begeleiden, regie (gedeeltelijk, tijdelijk) over te nemen en/of juist te versterken bij jeugdigen en ouders en samen te werken aan plan en uitvoering van (werk)doelen, te evalueren en bij te stellen, vanuit vakkundigheid, begrip en empathie.
Intervisie. Behalve het overdragen van formele kennis door cursusleider, geassisteerd door SKJ geschoolde medewerker, is tijdens elke cursusbijeenkomst gelegenheid tot reflectie door feedback en intervisie met mede cursisten voor ontwikkelingsdoeleinden, praktijktraining, thuisopdracht en beoordeling. Cursisten brengen eigen casuïstiek in en verwerken de feedback in een verslag van de praktijkopdracht, dat beoordeeld wordt met een cijfer. Doel is om kennis en praktische vaardigheden te integreren in de praktijk vanuit professionele autonomie.

Resultaten

•   Cursisten vermeerderen hun kennis omtrent prevalentie en gevolgen van vroegkinderlijke traumatisering (VKT); vergroten hun bekwaamheid om ermee om te gaan, kunnen ontwikkeling en verbetering bij cliënten stimuleren (empoweren) binnen een traumasensitief begeleidingsklimaat.

•   Cursisten breiden hun kennis uit omtrent prevalentie van seksuele kindermishandeling, risicofactoren, opvang van slachtoffers, meldcode en tal van relevante aspecten, die men moet weten om adequaat om te gaan met ingewikkelde dader-slachtoffer-justitie situaties. Er wordt o.a. in gegaan op een wetenschappelijk onderzoek (“Spreken is zilver, zwijgen is fout”) naar de verschillen tussen wel en niet seksueel misbruikte cliënten, waarbij de rol van gevoelsbeperking (alexithymia) duidelijk wordt. In het kort worden andere vormen van geweld tegen kinderen besproken.

•   Cursisten leren gespreks- en sociale vaardigheden en oefenen deze door middel van rollenspel en krijgen meer zicht op ontwikkelingsaspecten in relatie tot vroegkinderlijke traumatisering, zoals de seksuele- en cognitieve ontwikkeling, ontwikkeling van het geheugen, normen, waarden, geloof, deugden, keuzen, grenzen, ethiek e.a. Daarbij wordt summier aandacht besteed aan hoogbegaafdheid, LVB, leerstoornissen, oppositioneel-opstandige gedragsstoornis ODD en andere gedragsproblemen. In Module 2 wordt hier verder op ingegaan.

•   Cursisten vermeerderen hun kennis en vaardigheden op het gebied van begeleiding (regie voeren of overnemen, meerzijdige partijdigheid, zelfredzaamheid etc.) en oefenen in de eigen werk/leefomgeving (thuisopdracht) aan de hand van casuïstiek en intervisie.

•   Cursisten leren en oefenen tools en tips in het omgaan met mensen die lijden onder de gevolgen van vroegkinderlijke traumatisering. In Module 2 wordt dit voortgezet.

•   Cursisten oefenen intercollegiaal overleg, methodisch werken, besluiten nemen, professionele autonomie, omgaan met dilemma’s en richtlijnen. In intervisie leren cursisten te reflecteren op het eigen handelen en toetsen handelen en kennis bij collega’s aan beroepscodes en vakinhoudelijke richtlijnen om tot verantwoorde besluiten te komen.

•   Cursisten leren kennis toe te passen op (ethische, morele) dilemma’s en hun keuzes professioneel te verantwoorden en te onderbouwen.

•   Cursisten bestuderen de gevolgen van scheiding voor kinderen.

Vakbekwaamheid

Cursusleider drs. Marrie van der Feen, psycholoog, werkte in een residentiele instelling (Kinderzorg = Juvent), als behandel coördinator in Gezins/behandelhuis, als GZ-psycholoog en werkt nu als psycholoog, schrijver en cursusleider, deed research op het gebied van VKT en publiceerde de resultaten van deze onderzoeken in haar boeken, deed didactische ervaring op door het geven van cursussen, seminars, het begeleiden van lotgenotengroepen en stagiaires (m.b.o.; h.b.o.; w.o.). In 1991, 1996 en 2004 verscheen haar boek “Het doet pijn van binnen”, daarna “Traumaverwerking. Hulpverlening aan slachtoffers van huiselijk geweld, ” “De pijn voorbij, een weg van trauma naar kracht”, “Traumaverwerking. Doet het nog pijn van binnen?” en in 2022 een wetenschappelijk onderzoek “Spreken is zilver, zwijgen is fout” over traumatisering en aanpak van gevolgen van traumasporen.

Programma “Beter omgaan met traumasporen”

1. "Spreken is zilver, zwijgen is fout" (psychologisch onderzoek door ds. Marrie van der Feen) en traumasensitief werken
2. Begeleiding van clienten (kind, jongere, volwassene) algemeen
3. OER. Zelfregie en een methode voor zelfregie in zorg en welzijn. Omgaan met weerstand.
4. Inter- en supervisie, intercollegiale samenwerking, methodisch werken
5. Pleegzorg, onder toezichtstelling, crisisplaatsing, residentiele jeugdhulp, hechtings- en loyaliteitsproblemen, belemmerende en beschermende factoren, uit huis- en terugplaatsing
6. Zingeving, waaronder pastorale aspecten
7. Symptomen van (langdurige) traumatisering
8. Ontwikkelingstaken bij (pleeg)kinderen
9. Ontwikkeling ethiek, moraal, waarden, geloof, grenzen, keuzen, deugden
10. Schade aan de cognitieve ontwikkeling bij kinderen en volwassenen met jeugdtrauma, hoogbegaafdheid en LVB (licht verstandelijke beperking)
11. Training van gespreks- en sociale vaardigheiden
12. Aspecten van opvang van geweldsslachtoffers en competenties van gezinshuis/pleegouders
13. Aanpak (seksuele kindermishandeling) en de meldcode
14. Behandeling van de gevolgen van vroegkinderlijk trauma (VKT), waarin onderdelen toepasbaar voor begeleiders
15. Prevalentie van seksueel misbruik (door verwanten) in Nederland
16. Prevalentie en gevolgen van fysiek-, geestelijk, huiselijk geweld, emotionele verwaarlozing en scheiding
17. Seksueel misbruik, problemen in de hulpverlening, revictimisatie, adequate hulp, overlevingsstrategieen, de charmante dader, schuld- en schaamtegevoelens
18. Oppositionele-opstandige en andere gedragsstoornissen, zoals ADHD, autisme (ASS), leerstoornissen; PMT en PCIT.
19. Tips om iemand, die in de put zit, te helpen
20. Juridische aspecten bij seksuele mishandeling e.a.


Het begin

Het waren vooral jongeren, vrouwen en (minder) mannen, die lijden onder de gevolgen van vroegkinderlijke traumatisering, die hulp zochten bij stichting Petra. Er werd in de begintijd veel ondersteunende hulpverlening geboden, waaronder traumaverwerkingsweekenden, lotgenotengroepen, telefonische hulplijn e.a. Om bekendheid te geven aan de nood van mensen, die geen of moeilijk hulp konden vinden voor hun klachten, werd het tijdschrift Petra gepubliceerd, waarin deskundigen schreven, maar ook clienten. Omdat de hulpverlening aan seksueel misbruikte mensen in de kinderschoenen stond, werd er research gedaan en werden de resultaten gepubliceerd in het tijdschrift en in boeken zoals 'Spreken is zilver, zwijgen is fout'. Marrie werkte aanvankelijk als eerstelijns psycholoog, later als GZ-psycholoog (Big geregistreerd), daarna als NFG psycholoog. Ze werkte met jongeren, die op school vast liepen, kinderen die als gevolg van scheiding van ouders de weg kwijt waren en vele anderen. Het werken in een Gezins/behandelhuis als behandelcoordinator bracht de complexiteit van het werken met getraumatiseerde kinderen nog eens extra aan het licht en de behoefte aan meer GGZ kennis voor gezinshuisouders en betrokkenen (ouders, voogdij, maatschappelijk werk etc.), (aspirant) pleegouders en allen, die met kinderen met problemen te maken hebben (speciaal onderwijs!). De cursus "Beter omgaan met traumasporen" tracht te voorzien in de behoefte aan voldoende GGZ kennis, kennis van diverse aspecten van de Jeugdzorg en tools voor adequaat (professioneel) gedrag.

››› NAAR DE WEBSITE, klik hier!



Diagnostiek, behandeling, begeleiding, advies


Iedereen is anders. Hieronder een samenvatting van psychologische aanpak bij problemen van kind/jongere. Hulpverlening aan volwassenen vraagt afhankellijk van de hulpvraag en problematiek eveneens psychologisch onderzoek. Genetische variatie wordt al gecreëerd voor de geboorte, maar ook gedurende het leven van mensen ontstaan er verschillen, door afkomst, omgeving en door wat iemand in het leven meemaakt en meekrijgt. Ook leert de een makkelijker dan de ander en omdat elk kind uniek is en andere leerbehoeften heeft, moet begeleiding en behandeling worden afgestemd op het individuele kind en diens omgeving (context). Om goed aan te kunnen sluiten bij de individuele behoeften van een kind, is het van belang een duidelijk beeld te hebben van het kind, diens omgeving en wat het heeft meegemaakt. Met betrokkenen (pleeg/ouders e.a.) worden gesprekken gevoerd en zoveel mogelijk informatie ingewonnen (verslagen van voorafgaand onderzoek, schoolresultaten etc.). Het gaat om diverse aspecten, waaronder het leervermogen van het kind en diens ouders, het verwerken van informatie, het bedenken van oplossingen, logisch nadenken en redeneren, emotionele/psychische en fysieke aspecten. Bij intelligentie gaat het erom hoe je met verschillende situaties om kunt gaan en hoe je de wereld om je heen kunt begrijpen. Ouders en andere verantwoordelijken kunnen een intelligentietest overwegen wanneer tijdens de schooltijd van het kind leerproblemen ontstaan. Tijdens een intelligentieonderzoek worden de cognitieve capaciteiten van het kind in kaart gebracht en wordt onderzocht wat de sterke en zwakke kanten van het kind zijn en welke leerbehoeften het heeft. Omdat het kind onderdeel is van een geheel, worden tevens zoveel mogelijk relevante factoren in beeld gebracht door persoonlijkheids- en systeemonderzoek. Worden kinderen (tijdelijk) uit huis geplaatst, dan is er dikwijls sprake van problemen, die gevolg zijn van vroegkinderlijk trauma. Dat kunnen fysieke, psychische, psychosomatische, psychosociale en/of psychiatrische klachten zijn, die aan gedragsproblemen gerelateerd kunnen zijn. Er volgt een diepgaand onderzoek.


Persoonlijkheidsonderzoek


Wat is er toch aan de hand met dat wat terug getrokken meisje, dat nog steeds problemen heeft met rekenen en lezen? Of met de jongen, die geen 5 minuten stil kan zitten? Er is een scala van problemen (signalen), die gevolg kunnen zijn van vroegkinderlijke traumatisering. Deze kunnen zowel bij kinderen, bij jongeren als bij volwassenen voorkomen. Denk bij kinderen aan lichamelijke signalen zoals weer gaan bedplassen, hoofd-, buikpijn, vreemde blauwe plekken. Ook kunnen er psychische en psychosomatische klachten zijn, die verontrustend zijn, zoals depressie, angst- en paniek, eet-, slaap-, concentratiestoornissen, dissociatie, suïcidaliteit. Globaal kunnen we de gevolgen van vroegkinderlijke traumatisering samenvatten met de diagnoses PTSS en CPTSS. Deze diagnoses worden in de cursus “Beter omgaan met traumasporen uitgebreid besproken. Gezien de complexiteit van de gevolgen van vroegkinderlijk trauma is diepgaand psychologisch onderzoek nodig, waarbij het narratief, de persoonlijke levensgeschiedenis van het kind, de jongere en/of volwassene, belangrijk is voor de client zelf en voor de hulpverlening.


Systeemonderzoek


Vader, moeder, verzorgers (verantwoordelijken) van kinderen worden vragen gesteld over geboorte, vroegontwikkeling en alle relevante gebeurtenissen in het leven van het kind en de gezinsomstandigheden.


Behandeling


Het diagnostisch onderzoek werpt licht op aanleg, oorzaak, gevolg en context. Op basis ervan wordt advies uitgebracht en een behandel/begeleidingsplan besproken. Afhankelijk van de aard van de klachten en de wens van de client en/of ouders/verantwoordelijken kan een psychologische behandeling of begeleiding worden ingezet. Deze is altijd 'op maat' omdat elk mens een unieke persoonlijkheid is binnen een unieke context. Een onderzoek kan bijvoorbeeld aan het licht brengen, dat het kind een zwak auditief werkgeheugen heeft, waardoor het in de klas informatie mist en slecht presteert. Dan kan blijken, dat het kind beter leert bij visuele instructies, waarbij het zichzelf verbaal kan ondersteunen. Sommige kinderen hebben concentratieproblemen als gevolg van dissociatie en moeten intensief bij de les gehouden worden, wat nogal eens niet lukt in grote klassen. Ze glippen als het ware tussen de vingers van de juffen en meesters door tot ze door de mand vallen met slechte cijfers. In kleine speciale groepen zouden ze beter presteren. Angstige kinderen kunnen geholpen worden door gekwalificeerde begeleiders met creatieve pedagogische middelen en de juiste aandacht. Door te focussen op wat het kind wel kan en wat het graag doet, wordt het gemotiveerd om te gaan werken aan wat niet goed gaat, zodat het kind de basisvaardigheden onder de knie krijgt, wat voorkomt, dat het later niet goed kan lezen of rekenen. Soms is er echter behandeling nodig en kan een kind doorverwezen worden naar een psychomotorische therapeut, kinderpsycholoog of orthopedagoog.


››› NAAR DE WEBSITE, klik hier!